Jetske van den Elsen gaat terug naar maar liefst drie zaken. Eerst gaat ze naar Sonja en Anita uit de Tamboer in Duiven. De Tamboer is een laan geflankeerd door maar liefst veertig uit de kluiten gewassen Elzen. De overlast van de bomen is inmiddels onhoudbaar volgens Sonja en Anita. Gesteund door álle inwoners van de straat gaan ze de strijd aan met de gemeente Duiven om die bomen gekapt te krijgen. Daarna rijdt Jetske door naar mevrouw Leeflang uit Wijchen. Ze heeft op haar gloednieuwe overkapping een vreemde oranje gloed als de zon erop schijnt. Ze eist nieuwe platen van de leverancier, maar dan blijkt dat mevrouw Leeflang iets wil, wat niet bestaat. Jetske sluit af met een ritje achterop de fiets van Jet in Best. Daar liggen een aantal leerlingen in de clinch met hun school omdat ze hun fiets niet zomaar langs de kant van de weg mogen parkeren. Sterker nog, als ze dat wél doen, dreigt strafcorvee.