Wil Boekkooi is wat je noemt een krasse dame. Na een heftig ziekbed is ze in een kamer in het verzorgingshuis beland. Maar ze wil er nog graag op uit. Als ze op de televisie een reclame ziet over een prachtige scootmobiel belt ze meteen de leverancier. Na een complete demonstratie van de scootmobiel met alle accessoires schaft ze een exemplaar aan, zonder extra's én bedingt ze een flinke korting. Ze is in haar nopjes, tot ze een folder in haar postvak vindt, waarop staat dat je bij aankoop gratis een achteruitkijkcamera krijgt. Het bedrijf zegt, u heeft al een flinke korting gekregen op de scootmobiel, dus u heeft geen recht meer op de achteruitkijkcamera. Mevrouw Boekkooi houdt vol dat ze daar wel degelijk recht op heeft. Sterker nog; ze zal niet rusten voordat het bedrijf haar die achteruitkijkcamera geeft. De Rijdende Rechter moet tussenbeide komen en bekijkt de zaak van de juridische kant; heeft mevrouw Boekkooi nog recht op de achteruitkijkcamera, of niet?