Arnout start zijn nieuwe avontuur op het strand van Oostende, aan de alom bekende Vistrap. Hier meren de vissers aan na een nacht op zee. Arnout ontmoet er een visverkoopster met een bijzonder verhaal. Daarna trekt hij verder door onze Vlaamse polders. In Meetkerke maakt Arnout kennis met Amedé die heel zijn leven pompist was. Amedé pompte het water uit de polders om het land te winnen op de zee. Arnout heeft een verrassing voor Amedé. Met een speciale bril kan de pompist op rust meekijken door de drone van Ruben die over de polders vliegt. Daarna gaat de tocht verder over Brugge en langs de Belgisch-Nederlandse grens waar de smokkelverhalen van weleer voor het oprapen liggen...
In deze aflevering trekken Arnout en zijn vrienden door het Waasland richting Antwerpen, de grootste stad op hun route door de Lage Landen. In Klinge komen ze voorbij een stukje van de Dodendraad. Een restant van de elektrische versperring die België en Nederland van elkaar scheidde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze ontmoeten er David voor wie de oorlog nooit veraf is. Op Linkeroever rusten ze uit op het wereldberoemde strand van Sint-Anneke. De vaste badgasten zorgen er voor een warm welkom. In de catacomben van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen ontdekt Arnout een unieke kunstschat die vertelt over de rijkdom van de stad. De tocht gaat verder langs Schoten en Schilde. Omdat het zo warm is gaan de drie vrienden met de drone op zoek naar een zwembad.
Arnout, Philippe en Ruben doorkruisen de zanderige Kempen. Bij de Kleine Nete komen ze voorbij een krabbenvangstation. De afgelopen jaren werden er al meer dan een miljoen Chinese wolhandkrabben gevangen. Wanneer Arnout de val opent, kan hij zijn ogen niet geloven. Nadien gaat Arnout op bezoek bij enkele oude kameraden in Geel: Rob en Eddy. 15 jaar geleden maakte hij een documentaire over de gezinsverpleging in Geel waarin het tweetal een hoofdrol speelden. In de abdij van Tongerlo staat Arnout oog en oog met het 'Laatste Avondmaal' van Da Vinci. Even verderop in Westerlo ontmoet hij een échte prins die hem uitnodigt in zijn kasteel. De voorvaderen van prins Simon de Merode blijken een belangrijke rol gespeeld te hebben bij het ontstaan van België. De tocht door de katholieke Kempen kan niet anders dan eindigen in het bekendste bedevaartsoord van België: Scherpenheuvel.
Arnout is aangekomen in Diest waar hij op zoek gaat naar het graf van een vergeten prins van Oranje. Even verder stapt hij het groene Limburg binnen. Een kapelletje hoog in de Duizendjarige Eik herinnert aan een bijzonder verhaal uit de Eerste Wereldoorlog. In Bolderberg logeren Arnout, Ruben en Philippe in het hotel dat in de jaren zeventig het decor vormde van de grootste kunstroof uit de geschiedenis van de Lage Landen. In Genk duikt Arnout het mijnverleden in. Hij maakt kennis met de allerlaatste kolenboer die de allerlaatste zakken échte Limburgse steenkool bewaart.
Arnout, Ruben en Philippe steken de grens met Nederland over en komen aan in Limburg. Ze beklimmen de Sint-Pietersberg en gaan naar het officiële eindpunt van het Pieterpad. Dit pad zullen ze vijfhonderd kilometer lang volgen tot in het uiterste noorden van Nederland. Arnout verkent het Fort Sint Pieter en ontdekt een labyrint van ondergrondse tunnels. De drie vrienden trekken via Sittard naar het kleine Montfort en ontmoeten Mientje. Zij herinnert zich als de dag van gisteren hoe een zwaar bombardement aan het einde van de Tweede Wereldoorlog haar leven voorgoed veranderde.
De vrienden komen aan in Tienray. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden hier 123 Joodse kinderen opgevangen. Even verderop in Groesbeek wandelen Arnout en zijn vrienden langs een replica van een zweefvliegtuig uit WOII. Ze ontmoeten Nelly Kerkhoff, die de gevechten van Operatie Market Garden van dichtbij meemaakte.
Arnout, Ruben en Philippe komen aan in de Achterhoek. In Gaanderen worden ze verwelkomd door een muzikant die een lied zingt in het Nedersaksisch. In Laren gaan ze op de koffie bij een barones die haar jeugd doorbracht op kasteel Verwolde. Arnout ontmoet op de Sallandse heuvelrug Suzanne, een herderin die haar flat op tienhoog in de Bijlmer inruilde voor een leven dicht bij de natuur. Minder rustig gaat het eraan toe in Hellendoorn, waar het drietal terecht komt op een oerend harde motorcross.
Arnout Hauben en zijn vrienden trekken verder richting Groningen en ontmoeten een vader en zoon die zichzelf ‘de hunebedjagers’ noemen. De volgende stop is Glimmen, het dorp dat enkele jaren geleden de Postcode Loterij won met heel wat multimiljonairs als gevolg. Het dorp was ook ooit het decor van een groot drama: de Molukse treinkaping kwam er tot een rampzalig einde. Deze wond blijkt nog niet volledig geheeld. De vrienden eindigen hun tocht in het dorpje Pieterburen. Om terug naar huis te keren moeten Arnout, Ruben en Philippe enkel nog de zeilboot bereiken die op hen ligt te wachten op het wad.
Arnout Hauben maakt zich klaar om nog één keer door Nederland en België te wandelen. Vanuit Lauwersoog vertrekt hij in het gezelschap van cameraman Philippe Niclaes en geluidsman Ruben Callens richting De Panne in België. Hun eerste etappes leiden hen door Friesland, waar ze kennismaken met de eigenzinnige, maar sympathieke inwoners. In Dokkum gaat Arnout op zoek naar een stukje schedel van de Heilige Bonifatius, een missionaris die in 8ste eeuw niet echt warm ontvangen werd door de Friezen.
Wanneer Arnout Friesland achter zich laat en Drenthe binnenstapt, hoort hij een leeuw brullen in het bos. Na wat zoeken komen Arnout en zijn vrienden terecht in een dierenasiel waar getraumatiseerde dieren van over de hele wereld een nieuw thuis vinden. In Wilhelminaoord werden in de vorige eeuw geen dieren, maar arme families en zwervers opgevangen in de Kolonie van Weldadigheid. De mensen konden zich hier letterlijk uit de armoede opwerken door het land te bewerken. Arnout spreekt met de allerlaatste zwerver van Wilhelminaoord die maar moeilijk te temmen blijkt te zijn…
Arnout komt aan in de jongste provincie van Nederland: Flevoland. Wanneer Arnout en zijn vrienden de polders doorkruisen breekt er een hittegolf uit. Er is nauwelijks schaduw om beschutting te zoeken. Arnout gaat er op zoek naar de pioniers die dit nieuwe land bevolken en naar de imposante zeearend die een nest heeft gebouwd in het Ketelmeer. Het is een risicovolle onderneming want deze roofvogel laat zich niet elke dag zien. Maar Arnout heeft geluk: op het moment dat hij het nest nadert, wordt de zeearend aangevallen door een kiekendief. Een adembenemend spektakel.
Op zijn voettocht door de Lage Landen doorkruist Arnout het hart van het oude, rijke Holland. In Muiden passeert hij het prachtige kasteel van de beroemde graaf Floris V die van hieruit het scheepsverkeer over de Vecht controleerde. Wanneer Arnout de boot van Sinterklaas in de sluis ziet liggen, twijfelt hij niet en springt hij aan boord van dit varend stukje jeugdsentiment. In Woerden duikt Arnout in de kaastradities van de stad, maar dat is niet naar de zin van geluidsman Ruben die kampt met een kaasallergie…
Arnout doorkruist het Nationaal Park De Biesbosch en gaat er op zoek naar bevers. Maar die laten zich niet zo gemakkelijk filmen. Geluidsman Ruben laat een camera achter in het park en hoopt tijdens de nacht meer geluk te hebben. In Willemstad spreekt Arnout met de allerlaatste getuigen van de ramp met de Rhenus 127. Dat was een schip vol Belgische krijgsgevangenen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de stad op een mijn voer…
Arnout laat Nederland achter zich en steekt de grens met België over ter hoogte van de Kalmthoutse Heide. Bij het militaire vliegveld van Brasschaat gaat hij op zoek naar de eigenaar van een oud legervliegtuig dat een bijzondere geschiedenis blijkt te hebben. In de Sint-Pauluskerk, midden in de rosse buurt van Antwerpen, staart Arnout zich blind op de prachtige middeleeuwse schilderijen van Rubens, Van Dyck en Jordaens. Deze meesterwerken werden in 1969 door de prostituees en de studenten van de buurt gered toen de kerk dreigde af te branden...
Arnout doorkruist de Demervallei en komt aan in de Vlaamse Ardennen: het decor van de Vlaamse wielerklassiekers. In Geraardsbergen ruilen Arnout en zijn vrienden hun wandelschoenen in voor een koersfiets om de legendarische Muur te beklimmen, net zoals ontelbare wielrenners dat voor hen hebben gedaan. Langs de taalgrens lopen ze verder naar Amougies. Dit kleine, landelijke dorpje is bekend als het Woodstock van de Lage Landen nadat het in 1969 overspoeld werd door 70.000 hippies.
In de laatste aflevering doorkruist Arnout de Westhoek waar hard werd gevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Niet enkel de begraafplaatsen herinneren aan die donkere periode, ook op het golfterrein van De Palingbeek zijn de sporen van de frontlinie nog duidelijk zichtbaar. In het laatste café op de route drinken Arnout en zijn vrienden een Picon en klinken ze op hun vriendschap. Na 1.000 lange kilometers komt het eindpunt van hun tocht door de Lage Landen eindelijk in zicht: de Noordzeekust van De Panne.
