Juli 1914. Gent. Culturele avond. Gastheer dokter Philippe Boesman is er heilig van overtuigd dat er geen oorlog komt. Marie, zijn naïeve puberdochter, hoopt stiekem van wel. Voor haar lijkt oorlog immers één groot avontuur. Zoon Vincent wordt gemobiliseerd. Hij maant zijn broer Guillaume aan om zich als vrijwilliger te melden. Maar Guillaume weigert.
September 1914. Gent wordt overspoeld door vluchtelingen. Berichten over vernielde steden, neergeschoten burgers en gesneuvelde soldaten worden op verbijstering onthaald. Philippe houdt vol dat de oorlog een kwestie van een paar weken is. Vincent strijdt aan het front. Guillaume krijgt zijn oproepingsbevel. De Duitsers naderen Gent. Marie en Virginie vluchten naar Nederland.
Oktober 1914. Gent is bezet. Het huis van de familie Boesman wordt opgeëist door kapitein Gerolf Hoffman en feldwebel Hans-Peter Lehman. Guillaume overleeft in een strafkamp in Frankrijk. De compagnie van de verzwakte Vincent moet de IJzerlinie verdedigen. Marie wordt heen en weer geslingerd tussen haar bewondering voor de weerstand en de attenties van Hans-Peter.
Kerstmis 1914. Aan het front verbroedert Vincent met de Duitsers. In Gent helpen Virginie en Marie met de voedsel- en kledingbedelingen. Guillaume wordt naar het front gestuurd. Marie legt contact met de weerstand. Ze wordt ingeschakeld om informatie de stad uit te smokkelen. Philippe wordt gevraagd om een Duitse loyaliteitsverklaring te ondertekenen.
Augustus 1915. Vincent wordt bevorderd tot korporaal. Hij ergert zich aan de Franstalige legerleiding. In Gent organiseert Philippe - die droomt van een carrière als docent aan de universiteit - gratis hulp voor zwangere vrouwen. Het leven achter de linies biedt Guillaume onvermoede mogelijkheden. Marie smokkelt voor de weerstand. Maar er is ook haar band met Hans-Peter.
Maart 1916. Een stilaan moedeloze Vincent moet de Dodengang versterken. Het werk is onmenselijk zwaar. Achter het front leidt Guillaume ondertussen een luxueus leventje. Philippe engageert zich voor de (Duits-)Vlaamse universiteit. Tot ongenoegen van Virginie. Haar engagement bij de hulpverlening wordt immers in vraag gesteld. En Marie staat voor een verscheurend dilemma.
November 1916. Op weg naar Nederland wordt Marie aangehouden aan de grens. Guillaume kan met een vriend mee op verlof naar Engeland. Aan het front leert Vincent soldaten lezen en schrijven. Zijn engagement is een doorn in het oog van de Franstalige legerleiding. Philippe wordt prof aan de universiteit. Virginie - vereenzaamd - vindt steun bij een onverwachte vriend.
Juli 1917. In Londen beëindigt Marie haar verpleegopleiding en komt terug naar België. Ze komt terecht in een veldhospitaal in de Westhoek, dicht bij de eenheid van haar broer Vincent. Voor het eerst wordt Marie echt geconfronteerd met de realiteit van de oorlog. Guillaume denkt na over een ander leven met de Engelse Sarah. Een vernederde Philippe glijdt weg in een diepe depressie.
Januari 1918. Marie helpt Guillaume, die leert lopen met een beenprothese. Hij mist Sarah. Philippe gaat weer aan de slag als huisdokter, bescheiden en zonder pretentie helpt hij anderen. Vincent - die een officiersopleiding volgt - bezoekt zijn pennenvriendin in Frankrijk. Het komt tot een conflict tussen kapitein Hoffman en Hans-Peter. En Virginie staat in het oog van de storm.
Augustus 1918. Vincent moet voor de krijgsraad verschijnen, hij wordt beschuldigd van verkrachting. Aan het front komt Hans-Peter terecht bij een groep jonge en onervaren soldaten. Terwijl Virginie rouwt om Philippe, stelt kapitein Hoffman haar een ultimatum. Guillaume vindt rust bij Sarah. Marie wil haar haar broer Vincent redden, koste wat het kost.
