Johan Museeuw has an impressive record of achievements and is increasingly becoming the Lion of Flanders. But in 1998 disaster strikes Paris-Roubaix. Museeuw falls heavily on the smooth cobbles of Wallers and there are fears for the end of his career. But a Flandrien keeps on fighting, even after the worst setbacks.
The Lion bites back with bravado and wins the Hell Classic twice more. In the meantime, an alert East Fleming often rides in the peloton in the vicinity of Museeuw: Peter Van Petegem. In the process he learns from the master and in the 1999 Tour of Flanders, Van Petegem took his chances. In a prestige sprint with godchild Frank Vandenbroucke and idol Museeuw, Van Petegem wins Flanders' finest. Three years later, a young Flandrien from Balen shows that he is ready to take over from the old generation: Tom Boonen.
Johan Museeuw fietst een indrukwekkend palmares bij elkaar en wordt steeds meer de Leeuw van Vlaanderen. Maar in 1998 slaat in Parijs-Roubaix het noodlot toe. Museeuw komt zwaar ten val op de gladde kasseien van Wallers en er wordt gevreesd voor het einde van zijn carrière. Maar een Flandrien blijft vechten, ook na de zwaarste tegenslagen. De Leeuw bijt terug met bravoure en wint nog tweemaal de Helleklassieker.
Ondertussen rijdt in het peloton een alerte Oost-Vlaming vaak in de buurt van Museeuw: Peter Van Petegem. Al doende leert hij van de meester en in de Ronde van Vlaanderen van 1999 waagt Van Petegem zelf zijn kans. In een prestigesprint met godenkind Frank Vandenbroucke en idool Museeuw wint Van Petegem Vlaanderens mooiste. Drie jaar later toont een jonge Flandrien uit Balen dat hij klaar is om de fakkel van de oude generatie over te nemen: Tom Boonen.
